Ik ben nog geen 30 jaar oud en slaap buiten. Al jaren vecht ik tegen de drugs. Dat begon al heel vroeg. Mijn herinneringen aan vroeger gaan terug tot toen ik 4 jaar was. Bijna elke avond was het raak. Mijn vader was alcoholist. Hij kwam vaak dronken thuis, maakte ruzie met mijn moeder en als ik er dan wat van zei kreeg ik klappen. Toen ik 12 was ben ik uit huis gevlucht. Eerst bij vrienden en zo. Maar ook veel buiten, gewoon op straat.
Al vrij snel kwam ik in aanraking met drugs. Dat begon met een jointje. Maar tegenwoordig moet ik coke hebben. Mijn pinpas heb ik aan de dealer afgestaan. Hij zorgt voor een regelmatig voorraadje en wat er overblijft van mijn uitkering steekt hij in z’n zak. Ik bedel af en toe wat bij. Maar ik wil van die zooi af, man. Maar dat is zo moeilijk! Elke keer weer knokken tegen die pijn. Ik heb lang moeten wachten. Eerst was mijn ID-kaart verlopen. Door zoiets simpels kun je niet worden opgenomen. En ik was uitgeschreven bij de gemeente. Dus kon ik ook geen nieuwe aanvragen. Het duurde weken voordat dat was geregeld. Toen de eerste gesprekken. Eerst bij Tactus, daarna bij het Leger des Heils. Nu wordt ik dan binnenkort eindelijk opgenomen. Binnen nu en 2 weken zeiden ze. Ik wil er echt voor gaan, man! Ik ben het zo spuugzat.
“Ik wil van de shit af, man.” – Een verhaal uit de praktijk